Menselijk prestatievermogen en beperkingen
De mens is geen ‘machine’ die constant dezelfde prestaties en resultaten levert. De lichamelijk, geestelijke en sociale conditie van de mens speelt een rol in wat taak en werkzaamheden vragen en staat onder constante invloed van de context. Zaken als overladen worden met zintuigelijke prikkels, tunnelvisie, afleiding, vermoeidheid, angst, chronische- en acute stress of ziekte kunnen gedrag en prestaties sterk beïnvloeden met suboptimaal functioneren tot gevolg.
Bij een machine wordt, doorgaans, een goede specificatie gevraagd en geleverd van wat het kan en wat niet kan. Niet alleen het gebruiksscenario (wat kan het?) wordt vastgelegd. Ook alles van minimale en maximale temperatuur, verbruik, reactiesnelheid, onderhoudsvereisten, en ga zo maar door wordt gespecificeerd en vastgelegd. Deze vereisten worden vervolgens gebruikt om de Taak en Context voor het gebruik vast te leggen.
Voor de mens ligt dit anders. Verschillende mensen hebben verschillende sterke en zwakke punten. Daarnaast zijn deze ook niet constant. Wat een persoon op maandagochtend kan, loopt wellicht op vrijdagmiddag minder goed. Vijf minuten parameters op een scherm monitoren kan, maar vijftig minuten niet. De kennis hiervan wordt wel menselijk prestatievermogen en beperkingen genoemd, in het Engels Engels Human Performance & Limitations (HP&L). Kortom: waar is de mens, als mens, goed in, en waarin niet?
Inzicht in en bewustwording van de effecten van HP&L dragen er daarmee toe bij dat fouten worden vermeden en krachten worden benut ten gunste van de veiligheid en effectiviteit.